page 72
Risicomanagement
PFZW en haar uitvoeringsorganisatie werken sinds 2010 samen aan de ontwikkeling van een volwassen risicomanagement
functie. De ontwikkeling wordt ieder jaar vastgesteld aan de hand van een volwassenheidsassessment. Op grond van deze
analyse worden verdere verbeteringen in het risicosysteem benoemd en verwerkt tot een nieuw jaarplan. De ontwikkeling in
volwassenheid in onderstaand figuur laat zien dat PFZW goed op schema ligt om het gestelde doel, volwassenheid niveau 4
in 2014 te bereiken.
Belangrijke verbeterpunten die in 2012 zijn gerealiseerd:
• Het verbeteren van de rapportage naar commissies en bestuur.
• Het realiseren van een gedetailleerde klantrisicorapportage door de uitvoeringsorganisatie.
• Het creëren van zelfstandige analyse-tools voor het fonds (ALM en vermogensbeheer posities).
• Het verbeteren van de analyses van incidenten en klachten.
• Het identificeren van performance en risico-indicatoren in de dienstverlening.
• Het verbeteren en formaliseren van het risico-overleg.
• Het verbeteren van de dienst Risico Management Vermogensbeheer.
Risico-universum
Normaliter ijkt het audit committee het risico-universum jaarlijks. Dit jaar is er een brede heroriëntatie geweest door naast
de leden van deze commissie ook leden van andere bestuurscommissies en externe adviseurs te betrekken. Gedurende
2012 zijn de volgende strategische risico’s besproken in het bestuur:
Strategische risico’s
In het kwadrant rechtsboven zitten de risico’s ten aanzien van de balans, de financiële opzet en het verlies van de verplichtstelling.
Deze worden kort toegelicht.
Het balansrisico zit in het kwadrant rechtsboven omdat het fonds in onderdekking verkeert. Dit is een situatie waarin het
fonds te weinig vermogen heeft om alle toekomstige verplichtingen te dekken. Zoals de hierna opgenomen solvabiliteitsmonitor
laat zien, verloopt het herstel moeizaam. De toepassing van de UFR heeft een kleine verbetering gebracht. Gegeven
de situatie op 31 december 2012 is het fonds niet genoodzaakt een verlaging van de pensioenen aan te kondigen.
De financiële opzet omvat het risico in welke mate de onvoorwaardelijke toezeggingen uit de regeling op lange termijn mogelijk
niet gehaald worden, door onvoldoende op elkaar afgestemd zijn van de pensioenregeling, het premie-, het indexerings- en
het beleggingsbeleid. De ambitie van het fonds is de pensioenen te indexeren met de looninflatie van de sector. De premie
is onderdeel van de financiële opzet. De feitelijke premie is op dit moment onvoldoende om de indexeringsambitie te
financieren uit de premie. Eventuele indexering is daarmee afhankelijk geworden van het rendement.
Het risico ‘verlies verplichtstelling’ omvat de brede maatschappelijke discussie om werkgevers dan wel deelnemers al dan
niet meer keuze mogelijkheden te bieden. Dit risico kent meerdere risicodrivers zoals aanpassingen van nationale en/of
internationale wetgeving, ontwikkelingen van nationaal en internationaal toezicht op het financieel systeem, het Europees
streven naar vernieuwing van pensioenarrangementen gericht op uniformering en de maatschappelijke perceptie van de
toegevoegde waarde van ons huidige stelsel.