Vanuit het onbegrip dat ik als kind voelde besloot ik dat ik nooit zou vergeten hoe het is om kind te zijn tussen de volwassenen. Mijn wereld was zo helder, ik wist precies wat er in een volwassene omging en wat ze nodig hadden daarin. Maar waarom zagen ze mijn behoeften dan niet? Waarom luisterden ze niet naar me? Dat gevoel wilde ik bewaren, ook als ik groter zou worden, zodat ik de kinderen zou kunnen helpen om beter begrepen te worden met aandacht voor hun behoeften. Dat is ook een overtuiging die ik al jong verankerde in mijn systeem. Ik twijfelde wel eens of het me zou lukken omdat ik ook gewoon groter werd. Gelukkig kan ik nu zeggen dat ik nog steeds heel goed kan invoelen wat er bij een kind speelt. Ik kan voelen vanuit het kind, maar met de levenswijsheid van een volwassene. Daardoor ben ik in staat om ouder en kind dichter tot elkaar te brengen en elkaar te helpen begrijpen zodat er vanuit verbinding geleefd kan worden.