Daarom krijgen de kippen in een Beter Leven stal gegarandeerd toegang tot natuurlijk daglicht, via daglichtplaten in de stal. Dit zorgt gelijktijdig voor een natuurlijk lichtschema. Gezondheid wordt planmatig aangepakt en het antibioticagebruik wordt teruggedrongen Een kip wil niet ziek zijn en dat is ook niet in het belang van de pluimveehouder. Vandaar dat er van alles aan gedaan wordt om de kip te beschermen tegen een overmatige hoeveelheid ziektekiemen en een hoge infectiedruk. Een goede hygiëne, frisse lucht, een goede stalinrichting en niet teveel kippen op een kleine oppervlakte dragen bij aan een schone leefomgeving. Uiteraard moet ook water en voer van een goede kwaliteit zijn, met een beperkt aantal bacteriën en schimmels. De stalinrichting mag niet tot verwondingen leiden.. En waar nodig worden kippen tegen een aantal veel voorkomende ziektes (salmonella) gevaccineerd. Als het ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch gebeurt dat een kip ziek of gewond is, moet het dier zo snel mogelijk op de juiste manier behandeld worden. Het dier moet de gelegenheid krijgen ‘uit te zieken’ in een ziekenboeg die daar speciaal voor is ingericht. Als het dier er zo slecht aan toe is dat verdere behandeling geen zin meer heeft, moet diervriendelijke euthanasie worden toegepast. Om de gezondheidszorg van de kippen zo goed mogelijk aan te pakken verlangt de Dierenbescherming dat elke pluimveehouder met een vaste pluimveedierenarts werkt, en samen met deze arts een diergezondheidsplan opstelt waarin de doelstellingen voor beheersing en reductie van ziekten worden vastgelegd. De dierenarts dient minstens eens per maand op het bedrijf te komen voor een algemene controle rondgang. Alle bevindingen van ziekte, verwonding, behandeling en sterfte moeten worden geregistreerd. Minstens één keer per jaar moeten pluimveehouder en dierenarts het hele gezondheidsbeleid evalueren en zonodig het diergezondheidsplan bijstellen.