Mecky van den Brink volgde de afdeling Textiel, vrije vormgeving, aan de Rietveld akademie in Amsterdam (1970-1974) Ze debuteerde met wandkleden en objecten van textiel. Deze objecten vormden de eerste aanleiding om zich te gaan verdiepen in het sieraad: in 1979/80 toont zij als eerste in Nederland een serie textiele sieraden. Al snel volgt de erkenning dat vanuit andere disciplines een bijdrage geleverd kan worden aan het vakgebied 'Sieraad'.
Met haar uitgesproken voorkeur voor kleur, goedkope materialen en eenvoudige vormprincipes neemt zij stelling tegen de intellectualisering van het moderne sieraad in Nederland. Het gebruik van efemere materialen zoals vertrapte, op straat gevonden, kauwgomwikkels stimuleert haar tot een vrij onderzoek naar technieken om deze materialen te verwerken. Zo wendt zij de techniek van het lamineren aan, om flexibele materialen te verstijven, maar ook om sieraden draagbaar 'licht van gewicht' te houden.
Mecky van den Brink is wars van statussymbolen en gebruikt edele metalen zoals goud alleen dan wanneer het om materiaaleigenschappen gaat. Zij werkt met materialen die iedereen kent, maar waar zij anders naar kijkt dan ieder ander. De emotionele waarde van de materialen laat zij intact; het zijn de bouwstenen voor een coherent oeuvre.
Het werk van Mecky van den Brink roept een schijnbare luchtigheid op. Het blinkt uit door tegenstrijdigheid en stelt de controverse tussen kunst en kitsch, tussen kunst en vormgeving aan de orde. Van den Brink maakt sieraden met een knipoog.
Mecky van den Brink volgde de afdeling Textiel, vrije vormgeving, aan de Rietveld akademie in Amsterdam (1970-1974) Ze debuteerde met wandkleden en objecten van textiel. Deze objecten vormden de eerste aanleiding om zich te gaan verdiepen in het sieraad: in 1979/80 toont zij als eerste in Nederland een serie textiele sieraden. Al snel volgt de erkenning dat vanuit andere disciplines een bijdrage geleverd kan worden aan het vakgebied 'Sieraad'.
Met haar uitgesproken voorkeur voor kleur, goedkope materialen en eenvoudige vormprincipes neemt zij stelling tegen de intellectualisering van het moderne sieraad in Nederland. Het gebruik van efemere materialen zoals vertrapte, op straat gevonden, kauwgomwikkels stimuleert haar tot een vrij onderzoek naar technieken om deze materialen te verwerken. Zo wendt zij de techniek van het lamineren aan, om flexibele materialen te verstijven, maar ook om sieraden draagbaar 'licht van gewicht' te houden.
Mecky van den Brink is wars van statussymbolen en gebruikt edele metalen zoals goud alleen dan wanneer het om materiaaleigenschappen gaat. Zij werkt met materialen die iedereen kent, maar waar zij anders naar kijkt dan ieder ander. De emotionele waarde van de materialen laat zij intact; het zijn de bouwstenen voor een coherent oeuvre.
Het werk van Mecky van den Brink roept een schijnbare luchtigheid op. Het blinkt uit door tegenstrijdigheid en stelt de controverse tussen kunst en kitsch, tussen kunst en vormgeving aan de orde. Van den Brink maakt sieraden met een knipoog.
翻訳されて、しばらくお待ちください..
