Overigens werd in het begin van de twintigste eeuw bij het aanleren van een lied tijdens de zanglessen ook wel gebruik gemaakt van zogeheten ‘zangkaarten’ die voor schoolgebruik zeer duidelijk en praktisch waren. Jan Ligthart beschrijft dit in 1910 in ‘School en Leven. Weekblad voor Opvoeding en Onderwijs in School en Huisgezin’ (Elfde jaargang, nr.31, donderdag 31 maart 1910)
Uit voorwoorden en inleidingen bij veel zangmethodes uit die periode blijkt dat het zangonderwijs van toen, zeker naar de maatstaven anno nu, op een zeer hoog peil stond: aan het eind van de Lagere School zongen kinderen drie- of vierstemmig!
Desondanks was men niet altijd erg tevreden met het peil van dat zangonderwijs.