(zie NOTA onder OPSCHRIFT) Voor de toepassing van deze wet worden geacht zeevaartuigen te zijn:
1ー de vaartuigen omschreven in artikel 1 van boek II van het Wetboek van koophandel;
2ー de vaartuigen, lichters, dokken, wrakken of andere dergelijke drijvende tuigen met bestemming naar zee of die van een zeereis terugkeren.