Van Gogh hield van de natuur en hij putte er veel kracht uit, zo schreef hij aan zijn broer Theo: ‘Het zijn soms juist die plekken waar men niets van wat men de beschaafde wereld noemt meer voelt (…), ’t zijn soms juist die plekken die men noodig heeft om tot kalmte te komen.’
In dit schilderij heeft hij het spel van het zonlicht in het bos weergegeven, dat gefilterd door de bladeren de grond bereikt. Een bijna abstract patroon van kleine groene, witte en gele verftoetsen bedekt het hele schilderij. De streep geel in het midden geeft de suggestie van licht dat schijnt op een open plek in de verte.
Dit soort bosgezichten, of ‘sousbois’, waren een populair onderwerp van schilders als Daubigny, Millet en Rousseau. Van Gogh was een bewonderaar van het werk van deze kunstenaars. Zij schilderden in de bossen rond Barbizon. Hoewel het dorp niet ver van Parijs ligt, is Van Gogh er zelf waarschijnlijk nooit geweest.