De impact van euthanasie op huisartsen. Een ethische reflectie
De visionaire schrijver Franz Kafka kreunde op zijn pijnlijke sterfbed tegen Dr. Robert Klopstock: “Doodt u mij, anders bent u een moordenaar.”
Uit de kwalitatieve interviews blijkt dat euthanasie dikwijls voor de arts problematisch tot traumatisch is. De emotionele, negatieve ervaring is voor de ethische reflectie een belangrijke vindplaats. Ik ga in op één vraag: wat is de plaats van de ethische integriteit van de arts?
Bij euthanasie wordt een jarenlange vertrouwensrelatie met de patiënt door de arts dikwijls als voorwaarde verondersteld. Tevens ervaren vele artsen een incongruentie tussen de handeling en hun eigen persoonlijke beleving. De juridische mogelijkheid niet in te gaan op een euthanasieverzoek, neemt de ethische onrust niet weg en artsen kunnen ervaren de patiënt in de steek te laten. Kan de verantwoordelijkheid en de trouw ten opzichte van de patiënt betekenen voorbij te gaan aan de eigen ethische integriteit? Een eenzijdig begrip van het ethische denken van Levinas zou tot een positief antwoord kunnen leiden:
Het idee van het goede rijst enkel op in het feit dat in de ontmoeting de ander op de allereerste plaats komt. De relatie waar het ik het jij ontmoet is de plaats en de originele omstandigheid van het ethische gebeuren. Het ethische feit is niets verschuldigd aan waarden; het zijn de waarden die alles aan het ethische feit verschuldigd zijn. Het concreet goede is het waardig zijn van de andere mens.
Een keuze voor het concrete goed gebeurt in de ontmoeting met de ander. Het belang van de ander en niet de bestaande waarden zijn doorslaggevend. Dit zou kunnen leiden tot de suggestie van een absolute presentie bij de nood van de autonome ander. De eigen morele integriteit – die oplicht uit de emotionele impact van het euthanasiegebeuren - is hieraan ondergeschikt. Zo niet gaat men aan de nood van de ander voorbij en is men een moordenaar (Kafka).
Bij deze oprechte redenering plaatsen we twee vraagtekens. Vooreerst veronderstelt elke verantwoordelijkheid een persoon die zijn eigen morele autonomie heeft gevormd en vanuit zijn geweten en professionaliteit kan oordelen op welke wijze hij de nood van de ander tegemoet treedt. Euthanasie gaat dikwijls gepaard met een emotionele en ethische huiver. De arts is geen technicus die buiten het gebeuren staat. Het ontzag voor het stervensgebeuren betekent de implicatie van de eigen emotionele en ethische integriteit. Indien men hieraan voorbijgaat, plaatst men zichzelf als ethisch handelende persoon buiten spel.
Ten tweede is er ook de ruimere context waarin de arts functioneert. De arts draagt niet alleen verantwoordelijkheid voor de ene patiënt maar voor meerdere patiënten. Deze aanwezigheid van derden breekt de ethische fascinatie van het tweegesprek open waarin de ene bereid is te handelen voor de ander. Het handelen bij het sterven tekent emotioneel en ethisch de grondhouding van waaruit men handelt tegenover anderen.