Halverwege de vijftiger jaren was Nederland nog duidelijk ‘verzuild’ en in vooruitstrevende en beter gesitueerde protestantse kringen was het harmonium mogelijk al door een piano vervangen, maar het duurde wel tot 1963 eer Bach er echt doordrong. Natuurlijk was er wel eens een kerkorganist die wat beter geschoold was en het preluderen tijdens de collecte verving door een ‘stukje-Bach-met-een-bekende-melodie’, maar het overlijden van John F.Kennedy in 1963 bracht naar verluid voor veel mensen toch een keerpunt doordat plotseling dagenlang continu ‘ernstige’ klassieke muziek op de radio klonk. Een periode waarin voor hen ‘de oren geopend werden’.