In 1899 werd de boerderij verpacht aan Bart Nouws, voor een termijn van 6 jaar. Bart Nouws hield een gemengd bedrijf, met hoofdzakelijk wat melkvee.
Datzelfde jaar gaf de erfgename van de heer Van Dongen die inmiddels overleden was, de grond ten geschenke aan de abt van de abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot. Deze abt besloot op de door hem aldus verworven grond een nieuw klooster te bouwen.
Op 24 mei 1900 begonnen de trappisten het reguliere leven in het nieuwe klooster, dat de naam Maria Toevlucht ontving.
Bart Nouws bleef als pachter in zijn boerderij wonen tot 1905, waarna hij vertrok naar een andere boerderij nabij Zundert.
De trappisten zetten de agrarische exploitatie voort: melkvee, varkens, akkers met voederbieten, groenten, fruit, bessen en wat dies meer zij.
In 1950 werd, met de inkomsten uit het vaderlijk erfdeel van de toenmalige abt, een voor die tijd zeer moderne stal gebouwd ter vervanging van het oude boerderijgebouwtje dat toen al een eeuw dienst had gedaan. De nieuwe koestal werd gebouwd met adviezen vanuit de Landbouwhogeschool te Wageningen, door architect Sturm uit Roosendaal. Een prachtig oerdegelijk gebouw.