Samengevat, de technische doelstellingen volgens het projectplan waren het aantonen dat de TAP
1. daadwerkelijk elektriciteit produceert uit restwarmte;
2. betrouwbaar en flexibel is in te zetten;
3. het beloofde rendement kan waarmaken, zowel energetisch als bedrijfseconomisch.
De eerste doelstelling is gehaald, zij het dat door de hiervoor aangegeven beperkingen in de generatoren en
het temperatuurverlies in de periferie de opbrengst van de TAP veel minder is dan de ontwerpwaarde.
Er is binnen het project (nog) geen duurproef uitgevoerd maar de werking tijdens de testen en de flexibele
response op het aanbieden van de warmte ondersteunen de conclusie dat thermoakoestische energie
conversie flexibel, onderhoudsvrij en betrouwbaar is.
Voldoende energetisch rendement is aangetoond voor het thermoakoestisch deel maar niet voor de TAP als
geheel. Hierdoor en met name door de hoger uitgevallen productie en installatiekosten is het
bedrijfseconomisch rendement op deze schaal nog niet waargemaakt.
Eén van de conclusies is dan ook dat om het bedrijfseconomisch rendement van de TAP waar te maken deze
tenminste met een factor 10 in vermogen moet worden opgeschaald. Om in dat geval de aangegeven
beperking m.b.t. de lineaire generatoren op te heffen zal een opschaalbare conversie van akoestisch
vermogen naar elektriciteit moeten worden ontwikkeld. Technisch zijn hiervoor een aantal oplossingen