Het schip werd genoemd naar Johan Lambertus Hendricus Luymes, geboren op 19 juli 1869 te ’s Gravenhage. Hij werd op 2 augustus 1889 benoemd tot adelborst der eerste klasse. Van 1908 tot 1910 was hij commandant van het opnemingsvaartuig Hr.Ms. Van Doorn, waarna hij leider werd van de grensregelingsexpeditie tussen Nederlands- en Duits Nieuw Guinea.
Op 1 september 1914 werd hij sous chef van de Afdeling Hydrografie bij het departement van Marine en op 1 november 1920 chef Hydrografie. In deze functie droeg hij belangrijk bij aan de totstandkoming van de Snellius-expeditie in 1929 en 1930 in de Nederlands Indische wateren.
Van zijn hand verschenen diverse publicaties, zoals Getijleer, Kaartprojecties, Toepassing van de theorie der kleinste kwadraten bij de hydrografische triangulatie, Hydrografisch opnemen en Oceanografie. Hij vertegenwoordigde Nederland op de Internationale Hydrografische Conferentie te Monaco.
Op 1 januari 1935 werd hij als Kapitein ter Zee gepensioneerd en overleed in 1943.
In tegenstelling tot het zusterschip, werd Hr.Ms. Luymes bij de indienststelling op 14 mei 1952 niet als opnemingsvaartuig, maar ten behoeve van politietoezicht op de visserij in de Noordzee ingezet, waarna het schip op 14 november 1952 werd opgelegd.
Pas op 15 september 1954 vertrok het schip vanuit Den Helder naar Nederlands Nieuw Guinea om de taak van Hr.Ms. Snellius over te nemen, waar het in november arriveerde. Helaas ontbreken uit die periode gedetailleerde reisverslagen om deze nader te omschrijven.
Hr.Ms. Luymes verrichte opnamewerkzaamheden bij Sarni, in de Flamingo-baai, te Merauke en de Koembe-rivier, in de MacCluergolf en bezuiden de Straat Seleh waar door middel van springstoffen riffen werden opgeruimd.