In de praktijk geeft dat een goed afgeveerde hatch met bakken grip en vlotte prestaties in D. Maar zet de automaathendel in S, en de gerobotiseerde zesbak wordt nerveuzer dan Gilles de la Tourette. In M bepaal je zelf wanneer er geschakeld wordt (met de pook of de metalen stuurflippers), maar dat lukt eigenlijk nooit zo goed als wanneer het computerbrein dirigeert – met vertraagde reacties op vingercommando’s en een onaangenaam gezoem eenmaal de vierpitter uit het middengebied kruipt. Ergo: je surft beter op het koppel en de goedgemikte shifts die de automaat met dubbbele koppeling in D serveert.
Het ziet er dus naar uit dat deze Clio GT een junior-RS is in alles behalve rijplezier. Daarvoor mist hij geluid (het uitlaatgebrabbel is vervangen door een synthesiseroptie via de luidsprekers), ontbreekt het hem aan pit (ons jonge testexemplaar voelde nooit capabel om de 100 in 8.6s te kraken) en mankeert er vooral VaVaVoom (waar sportieve Renaults zo bekend om staan). Want waar de vorige ons keer op keer de lange (om)weg deed nemen, reden we deze GT meestal recht naar huis in D. En dat is met zo’n puik chassis niet alleen zonde, maar helemaal de onverdienste van de eco-aandrijflijn die de prijs ook nog eens richting 21.000€ drijft. Opnieuw een offer aan het CO2-altaar dus.