In eerste instantie is de rechtsstrijd beperkt tot de vraag of de portacabin valt onder het hypotheekrecht of onder het bij notariële akte gevestigde pandrecht, beide ten gunste van Rabobank. In het hoger beroep is de rechtsstrijd nog verder beperkt tot de vraag of de portacabin onroerend is in de zin van artikel 3:3 BW op grond van het criterium "duurzaam met de grond zijn verenigd".
Rechtsvraag: Is de betreffende portacabin door natrekking onroerend geworden?