Deze molen heeft voorgangers gehad: allereerst een standerdmolen, die in 1860 wegens bouwvalligheid werd afgebroken en vervangen door een achtkante stellingmolen. Nadat deze in 1887 was afgebrand, volgde herbouw met onderdelen van de net gesloopte Zwolse oliemolen De Hoop.
De eerste eigenaresse van de huidige molen was Mevr. A.F.E. barones van Goltstein, douairiére F.W.J. baron van Aylva van Pallandt, die de molen in erfpacht aan molenaar E. van de Poll uitgaf. Via enkele andere eigenaren kwam de molen in 1970 in bezit van A.J.H. Toele en na diens overlijden in 1973 van zijn weduwe. Inmiddels was de molen toen al 10 jaar buiten bedrijf.
In 1955 en 1972 hadden restauraties plaatsgevonden, maar door uitblijven van regelmatig draaien en onderhoud, werd de toestand snel weer minder en gold de molen aan het einde van de 20ste eeuw als crepeergeval.
Na vele jaren vruchteloos overleg en druk op de eigenaren door de gemeente Nijkerk en de provincie Gelderland braken voor deze molen ook betere tijden aan; dit nadat een nieuwe enthousiaste eigenaar zich had gemeld.
Op 4 oktober 2004 werd een begin gemaakt: achtkant en kap werden apart van elkaar naast de stenen onderbouw gezet. In de loop van 2005 werd alles grondig onderhanden genomen zodat nu weer sprake is van een maalvaardige molen.
Een aardig detail in de onderbouw is, dat beide grote inrijpoorten niet tegenover elkaar aangebracht zijn: degene die vroeger met paard en wagen binnenkwam, moest als het ware met een boog door de molen.