Yoshimi Ishii (39) heeft haar eigen dood uitgelokt door de manier waarop ze haar echtgenoot Jan Corteel (58) behandeld had. Dat was de stelling die zijn advocaten vrijdagnamiddag naar voren brachten voor het Antwerpse hof van assisen. Ze betwistten verder dat hij met voorbedachten rade handelde.
Yoshimi was alles voor de beschuldigde. Hij cijferde zichzelf volledig weg en stelde haar centraal in zijn leven. "Maar dan voelt hij dat ze steeds meer afstand begint te nemen en wordt hij voor de tweede maal in zijn leven geconfronteerd met een partner die overspel pleegt. Hij zwijgt echter en incasseert alles", zei meester An Govers.
De beschuldigde was verblind door de hoop dat alles wel goed zou komen. "Na de crisisreis naar Japan beloofde ze om haar best te doen om hun relatie terug te krijgen zoals ze vroeger was, maar tegelijkertijd vertelde ze haar minnaar dat ze voor hem had gekozen. Ze had toen een keuze moeten maken en Jan duidelijkheid moeten geven, maar dat deed ze niet."
Jan bleef alles opkroppen en op 23 januari 2008 kwam het tot een uitbarsting van geweld en bracht hij Yoshimi 22 snij- en steekwonden toe. "Er is hier duidelijk sprake van overkill en dan kan er nooit sprake zijn van voorbedachtheid", pleitte meester Jef Vermassen.
"Als hij echt met voorbedachten rade had gehandeld, dan had hij het mes wel eerder klaargelegd en dan had hij het niet in de keuken moeten gaan halen. Voorbedachtheid betekent op voorhand plannen en dat heeft hij niet gedaan. Hij heeft niet nagedacht, want hij werd overmand door emoties."
In de replieken bleven het openbaar ministerie en de burgerlijke partij erbij dat Jan wel degelijk met voorbedachten rade gehandeld had en dat er van uitlokking absoluut geen sprake was. Yoshimi had helemaal geen zware morele of fysieke gewelddaden gesteld tegenover de beschuldigde waardoor ze haar dood had uitgelokt.
In zijn laatste woord zei de beschuldigde al huilend dat hij oprecht spijt had van wat hij gedaan had, maar dat hij de klok niet kon terugdraaien. De jury trok zich daarop terug om te beraadslagen over de schuldvragen. (belga/jv)