Ten aanzien van bij de regels te stellen voorschriften zijn de bij of krachtens artikel 2.22, tweede en derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gestelde regels over activiteiten met betrekking tot inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van die wet, alsmede artikel 4.1 van die wet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat, bij toepassing van het tweede lid, het stellen van financiële zekerheid slechts kan worden voorgeschreven in de vorm van het sluiten van een verzekering tegen aansprakelijkheid voor schade, voortvloeiend uit de nadelige gevolgen voor de bij of krachtens artikel 15b aangewezen belangen, die de inrichting veroorzaakt.