DNB voert wijziging van de Ultimate Forward Rate (UFR) voor pensioenfondsen vooralsnog niet door
Nieuwsbericht
Datum
22 december 2014
DNB zal de wijziging van de Ultimate Forward Rate (UFR) in de actuele rentetermijnstructuur voor pensioenfondsen, die per 1 januari 2015 is voorzien, vooralsnog niet doorvoeren. Dit in afwachting van een onderzoek naar de wenselijkheid de UFR voor pensioenfondsen aan te passen aan die voor verzekeraars.
In 2013 bracht de commissie UFR op verzoek van het kabinet een advies uit over een aanpassing van de UFR. Dit advies is door het kabinet overgenomen; op 1 oktober 2013 schreef het kabinet aan de Tweede Kamer dat het wenselijk is dat de door de Commissie voorgestelde UFR methode per 1 januari 2015 gaat gelden voor de waardering van de pensioenverplichtingen.
DNB deelt de waardering die het kabinet met voornoemde brief uitspreekt voor het advies van de onafhankelijke commissie UFR. DNB constateert dat ten tijde van dat advies nog geen duidelijk zicht bestond op het tijdpad waarop Solvency II zich zou ontwikkelen en daarmee over de vormgeving van de daarin vervatte UFR. Inmiddels is de verwachting dat de onder Solvency II toe te passen rentecurve voor verzekeraars, inclusief UFR, in het eerste kwartaal van 2015 wordt vastgesteld. Aansluitend daarop zal DNB onderzoeken of het wenselijk is de UFR voor Nederlandse pensioenfondsen aan te passen aan de UFR voor verzekeraars. Daarbij zal DNB uiteraard de aanbevelingen van de Commissie UFR betrekken.
Voor de volledigheid merkt DNB daarnaast op dat per 1 januari 2015 de 3-maands middeling van de rentetermijnstructuur komt te vervallen. Door de inwerkingtreding van het nieuwe Financieel toetsingskader (nFTK) op 1 januari as. worden beleidsbeslissingen dan gebaseerd op basis van 12-maands dekkingsgraadmiddeling.